Cider in de Lage Landen

Cider is aan een come-back bezig!
Lievelingsdrank van Karel de Grote,
vreugdedrank van de Kelten,
vruchtbaarheidsdrank van de Saksen
en gezondheidsdrank in de middeleeuwse kloosters.
Cider was geliefd door onze voorouders.

Ook de Lage Landen kennen een verrassend rijke cider geschiedenis.
De eerste geschreven vermelding van cider productie in onze contreien dateert al uit de 9e eeuw.
Vanaf de 12eeeuw waren cider en bier de meest gedronken alcoholische dranken.
Abdijen maakten cider van hun eigen boomgaarden en op veel plekken stond er een appelpers van de gemeenschap.
Op een bepaald moment was cider zo populair dat er vermeldingen zijn van
een bezorgde geestelijke die zich keert tegen de gewoonte om kinderen met cider of appelwijn te dopen’.

Cider was niet voor niets een gegeerde drank: lekker én een ontzettend duurzaam product. 
Appels – de ‘druiven van het noorden’ – waren tenslotte beter bestand tegen het zeeklimaat dan de echte druiven.
En in tegenstelling tot bier, hoefde er voor cider geen broodnodig graan te worden gebruikt.
Na de 2e Wereldoorlog kreeg het succes van de appeldrank echter een deuk.
Door industrialisering waren grotere cider makers té afhankelijk geworden van toevoer van (slechte) grondstoffen.
En de enorme verhoging van taksen en accijnzen deed dan weer de kleine ambachtelijke makers de das om.
Cider bleef achter met een beschadigd imago en de populariteit daalde.
Sinds enkele jaren komt hier echter weer verandering in.

Wat ons betreft is het na de succesvolle ‘revival’ van artisanale bieren en de opkomst van natuurwijnen nu ook weer tijd voor de betere ciders!

(bronnen: Academie voor Streekgebonden Gastronomie ‘Cider’ 1984; CORNU PH. ‘Poires et Pommes – fruits de pressoir’ 1982; Vandommelen H. ‘Appelen voor miljoenen’ 1980.)

MENU